In het kader van de heropbouw worden tijdens WOI verschillende stedenbouwkundige plannen voorgesteld. Doel is uitbreiding van de stad mogelijk te maken en onder andere de verkeerscirculatie, toegankelijkheid en bereikbaarheid te verbeteren. Op 23 mei 1916 brengt de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen een bezoek aan de stad en vindt een grondige bespreking van de plannen plaats.
Ook de Duitse overheid dringt aan op de goedkeuring van nieuwe rooilijnplannen. De stad reageert ontwijkend, want onteigeningen brengen een? grote financiële kost met zich mee. Bovendien willen eigenaars opnieuw bouwen op de oorspronkelijke grondvesten die nog intact zijn.
Na WOI worden volgende rooilijnplannen gerealiseerd:
- Verbreding tweede deel Rechtestraat.
- Verbreding Berlaarstraat ter hoogte van de Jezuïetenkerk.
- Brede verbinding hoek Berlaarstraat – Kardinaal Mercierplein ten gevolge van het verdwijnen van enkele huizen en het Sint-Antoniusgodshuis.
- Nieuwe straat ter vervanging van de Gasthuisvest: tegenover het Kluizeplein worden enkele huizen niet herbouwd. Uiteindelijk kwam deze verbinding pas tot stand in de jaren 1960 bij de aanleg van de parking nabij de Gasthuisvest.
- Plannen voor verbreding Eikelstraat aan Grote Markt. De stad opteert voor een compromis door de straat gedeeltelijk aan te leggen met een gaanderij. Jaren blijft de hoek braak liggen. Begin jaren ’50 wordt dit project gerealiseerd.
- Verbreding Huibrechtsstraat (Koning Albertstraat) door onteigening in 1924 van een driehoekig stuk grond.
- Verbreding toegang Vismarkt door huis op hoek met Hoge Brug niet te herbouwen.
Het gebouw dat in het midden van de Messenstraat (Felix Timmermansplein) stond, wordt niet meer herbouwd.
Auteur: Hugo De Bot