Oever
Oever
Noodwoningen – Tijdens WO I blijken er in België 65.000 woningen vernield. Ook in Lier is de woningnood groot. Ongeveer 1400 huizen zijn onbewoonbaar na de beschietingen en brandstichtingen van eind september – begin oktober 1914.
Al in 1915 maakt de Belgische regering plannen om de woningnood op te lossen. Op 23 september 1916 besluit de regering het Koning Albertfonds op te richten. Net als vele andere gemeenten doet ook de stad Lier er een beroep op.
Het fonds voorziet in twee soorten woningen: 6m x 6m met drie kamers of 6m x 9m met vijf kamers.
Tussen 1919 en 1924 worden in Lier 417 noodwoningen in hout gebouwd: 114 aan de Oever, 24 aan de Sionsvest, 21 aan de Sluislaan, 10 aan de Leuvensevest, 7 aan de Boomlaarstraat, 3 aan Kloosterheide, 14 aan de Gasthuisvest, 25 aan de Ouderijstraat, 21 aan de Zaat, 9 aan de Veemarkt, 21 aan de Maasfortbaan en 35 aan de Tramweglei.
Tussen de Hoogveldweg en de Aarschotsesteenweg ontstaat de Vogelenwijk, een geheel van 103 woningen. De laatste van die woningen verdwijnen midden jaren zestig van de vorige eeuw uit het straatbeeld.
65.000 maisons sont détruites en Belgique pendant la Première Guerre mondiale. Lier connaît elle aussi une grave pénurie de logements. Environ 1.400 maisons sont inhabitables après les bombardements et les incendies de fin septembre et début octobre 1914.
En 1915 le gouvernement belge élabore des plans pour résoudre la pénurie. En septembre 1916, le Fond Roi Albert est créé à cet effet.
65,000 houses are destroyed in Belgium during WW1. There is also major housing shortage in Lier. Approximately 1,400 houses are inhabitable after the shootings and arson of late September and early October 1914.
In 1915 the Belgian government starts planning to solve the housing shortage. The government sets up the King Albert Fund in September 1916 to deal with this problem.
Während des Ersten Weltkrieges wurden in Belgien 65.000 Häuser zerstört. In Lier besteht auch eine grosse Wohnungsnot. Nach Beschuss und Brandstiftung vom späten September und frühen Oktober 2014 waren etwa 1.400 Häuser unbewohnbar.
1915 beginnt die belgische Regierung mit Plänen zur Behebung der Wohnungsknappheit. Die Regierung gründet im September 1916 den König-Albert-Fonds, der sich damit beschäftigen soll.