Een stille getuige van de beschieting van fort Lier eind september 1914, zou deze granaat van 42 cm kunnen zijn, ware het niet dat het object ondertussen is verdwenen. Een foto is terug te vinden in een catalogus van de Musea van Oudheden en Toegepaste Kunsten van de Stad Antwerpen uit 1947.
Vermits de Oostenrijkers tijdens WOI niet schieten op het fort van Lier, en trouwens enkel over 30,5 cm geschut beschikken, gaat het vermoedelijk om een Duitse obus. Op 30 september om 13 uur opent de Duitse “Kurze Marine Kanonen Batterie Nr 3” o.l.v. Kapitein Erdmann met twee 42 cm “M-Geräte” vanaf Heist-op-den-Berg het vuur op het fort van Lier. Als op 2 oktober de beschieting om 18 uur stopt, zijn er ongeveer 175 schoten op het fort afgevuurd.
De tekening en onderstaande briefkaart tonen de plaats waar het restant van de obus vermoedelijk gevonden werd, tussen het voorpantser en de zijkant van de koepel 2 x 150 mm.
Afhankelijk van het type is de granaat ongeveer 1,4 m à 1,5 m lang en weegt 800 à 810 kg. Ze bevat een springlading van 100 kg. De maximale dracht is 9,3 km.
Auteur: Julien Cannaerts
BRON: Stad Antwerpen Musea van Oudheden en Toegepaste kunst, Catalogus I Wapens, 1947.